Wiskundepuzzels zijn een veel betere optie om de tijd door te brengen tijdens een koffiepauze dan gedachteloos rond te kijken op sociale netwerken of nog meer roddels te lezen. Daarom hebben we een puzzel samengesteld die (alleen ogenschijnlijk?) heel eenvoudig is. Probeer of je deze vergelijking kunt oplossen en een goed resultaat kunt geven.
Natuurlijk is, zoals dat gaat met wiskundige puzzels, de volgorde van de bewerkingen het belangrijkste. Begin met vermenigvuldigen, gevolgd door bewerkingen tussen haakjes en vermenigvuldigen of delen, en tenslotte optellen of aftrekken.
Het juiste antwoord is …
Het probleem, of beter gezegd het lastige deel van deze bewerking, is het haakje, of beter gezegd het getal erin, en de afwezigheid van een teken ernaast. In dit geval hebben we geen bewerking tussen haakjes, alleen het getal 4. Aan de andere kant, als er geen wiskundig teken voor het haakje staat, dan zijn we aan het vermenigvuldigen. Na deze analyse kunnen we de bewerking dus schrijven als 16 / 4 * 4. We gebruiken dan de volgorde van bewerkingen die in de inleiding is gegeven, dus we delen 16 door 4 om het resultaat 4 te krijgen, en vermenigvuldigen 4 keer 4 om het resultaat 16 te krijgen. Dit is het juiste antwoord, waar slechts 10 procent van de mensen die deze vergelijking oplossen op uitkomt. Maar waarom komen veel mensen uit op de uitkomst 1?
Waarom niet 1?
Veel mensen krijgen de uitkomst 1 bij het oplossen van dit probleem. Hoe komen ze op dit resultaat? Meestal door te los te zijn in de volgorde van de bewerkingen, of beter gezegd, door te kunnen kiezen welke bewerking ze eerst doen. In dit geval vermenigvuldigen ze eerst 4 keer 4 om het resultaat 16 te krijgen, en delen dan 16:16 om 1 te krijgen. Sommige mensen zijn van mening dat er geen onbetwistbare regel is die zegt dat vermenigvuldigen en delen van links naar rechts moet gebeuren. Wiskundige puristen (en waarschijnlijk het grootste deel van de wetenschappelijke gemeenschap) zouden het echter niet eens zijn met een dergelijke stelling en zouden het resultaat van 1 onmiddellijk als onjuist beschouwen.
