Zakjes met appelvulling
Wat we nodig hebben:
- 1 pakje bladerdeeg (ca. 275 g – je kunt het ook diepgevroren kopen en zelf rollen, maar het is sneller om al gerold en opgerold te kopen)
- 3 middelgrote appels (Mix en match verschillende soorten appels – als je er meer dan één hebt, bereid die dan ook)
- 1 eetlepel boter
- 2 eetlepels suiker (wit of rietsuiker – ik heb ook vanille gebruikt)
- Kaneel (naar smaak – je kunt ook kaneelsuiker gebruiken)
- Maïszetmeel (een theelepel – je kunt bijvoorbeeld gouden kolf of vanillepudding gebruiken)
- 1 ei om te smeren
- Poedersuiker om te bestrooien (optioneel)
Hoe te werk te gaan:
1. De vulling voorbereiden: Schil de appels (3) en snijd ze in kleine blokjes of rasp ze op een grove rasp (afhankelijk van de textuur die je verkiest – ik combineerde ze).
Doe de boter (1 eetlepel) en appels (3) in een kleinere pot of pan en zet op het fornuis, laat op laag vuur koken.
Voeg geleidelijk suiker (2 eetlepels), gemalen kaneel (of suiker – naar smaak) en vanillesuiker (naar smaak) toe.
Voeg vervolgens de maïzena (1 theelepel) toe en laat even koken tot het appelmengsel dikker wordt (ongeveer 5 minuten). Als de appels te zoet zijn, kun je het sap van een citroen toevoegen om het mengsel wat frisheid te geven.
Breng de appelvulling over naar een bord of kom en laat het goed afkoelen, anders valt je deeg uit elkaar (ik heb de zakjes hierdoor uiteindelijk twee keer gemaakt).
2. Het deeg voorbereiden: Rol het bladerdeeg (1) een beetje uit en snijd het deeg in vierkanten of rechthoeken met behulp van een mes of een liniaal (je kunt ze aanpassen aan je eigen voorkeur – als je grotere of kleinere zakjes wilt). Maak fijne inkepingen aan het uiteinde.
Bestrijk de zijkanten met losgeklopt ei of alleen met eigeel om ze mooi goud te laten kleuren.
3. De zakjes vullen: Doe ongeveer een eetlepel van de bereide appelvulling in het midden van elke rechthoek van het deeg.
Sluit de zakjes door het deeg dubbel te vouwen over de vulling. Druk de randen stevig aan (bijvoorbeeld met een vork om te voorkomen dat de zakjes tijdens het bakken opengaan).
Leg ze geleidelijk op een met bakpapier beklede bakplaat. Zorg dat er genoeg ruimte tussen zit, want het deeg zal opzwellen tijdens het bakken.
4. Bakken: Verwarm de oven voor op 190 °C. Bereid ondertussen de eieren voor door ze te kloppen en met een kwastje het oppervlak van elk zakje te bestrijken. Het ei zal helpen om de scones een mooie gouden kleur en glans te geven.
Plaats de bakplaat in een voorverwarmde oven en bak ongeveer 25-30 minuten, of tot de scones mooi goudkleurig zijn. De baktijd kan variëren afhankelijk van het type oven, dus blijf de pannen controleren.
5. Serveren: Als de zakjes gebakken zijn, haal ze dan uit de oven en laat ze iets afkoelen. Als je wilt, kun je ze met poedersuiker bestuiven terwijl ze nog warm zijn. Je kunt de cupcakes warm of koud serveren, en ze zijn heerlijk op zichzelf of overgoten met slagroom, ijs of vanillepudding.
Veel plezier!
TIPS:
- Suikerkorst: Nadat je de zakjes met ei hebt bestreken, kun je ze lichtjes bestrooien met grove kristalsuiker of kaneelsuiker. Tijdens het bakken vormt zich een zoete, knapperige korst op het oppervlak, die mooi contrasteert met de zachte binnenkant.
- Noten: Als je de zakjes knapperiger wilt maken, kun je gehakte noten zoals walnoten of hazelnoten aan de vulling toevoegen.
- Puddinglaag: Je kunt een dun laagje vanille- of kaneelpudding onder de appelvulling in de zakjes doen. Zo krijg je een romig laagje dat mooi samengaat met het fruit.
- Chocoladestukjes: Als je van chocolade houdt, kun je pure of melkchocoladestukjes aan de vulling toevoegen. De chocolade smelt een beetje tijdens het bakken, waardoor de vulling een rijke en romige textuur krijgt.
VIDEO GIDS:
Deel dit fantastische recept met je vrienden! Ik weet zeker dat zij er ook van zullen genieten! Je kunt ook kijken op .